donderdag 22 september 2022

Allemaal?


De “regel” heb je naaste lief als jezelf kennen we allemaal wel in een of andere formulering. En ik denk dat als we eerlijk zijn dat we dan wel zullen willen toegeven dat dat een goede leefregel is. Maar de meesten van ons nemen het woord naasten soms wel erg letterlijk. Ze beperken het tot buren en kennissen (net als overigens ook de oude Engelse vertaling, deed die neighbour vertaalde, hoewel een modernere vertaling “others” schrijft). Wie worden er nou bedoeld?

                                (Klik op lees meer)

Moeten we echt alle mensen liefhebben? Alle mensen liefhebben en vergeven, ook hen die zich nergens aan houden en misdaden begaan hebben? Is dat niet te veel gevraagd? Vroeger zei men dan “Haat de zonde, maar heb de zondaar lief”. En wat betekent dat dan? Moeten we hen onbestraft laten gaan? Nee, dat is denk ik niet de bedoeling. Wat ze deden kun je niet ongedaan maken, evenmin zomaar vergeten…

Naar mijn mening wordt met deze leefregel bedoeld dat “anderen” mensen zijn als wijzelf en dus ook recht hebben op onderdak, behoorlijk betaald werk, een eigen mening, opleiding voor hun kinderen en zorg bij ziekte of andere narigheid en dat zij ook behoefte hebben aan erkenning, waardering en genegenheid, aan een arm om hun schouder bij ernstig verdriet, net als wij. Dus dat we rekening met anderen houden, hen een plaats gunnen bij ons en hen goed behandelen.

Helaas zijn er onder ons mensen die op grond van kracht, bezit of machtspositie andere mensen uitbuiten, manipuleren of hun menig opleggen, die dus de rechten van anderen met voeten treden. Ik denk dat wij, ook op grond van de naastenliefde, moeten proberen hen daarvan af te brengen. Dat is ook de grondslag van ons rechtssysteem.

Maar terugkomend op mijn vraag, net als in andere moeilijke situaties zoek ik naar een aanwijzing voor een antwoord in het leven van Jezus. Die vond een excuus voor zijn folteraars en vergaf hen en toen Hij ons een idee wilde geven van de goedheid van God vertelde Hij ons het verhaal van de verloren zoon. Die kwam naar huis terug met de vraag “vader vergeef het mij want ik heb tegen u gezondigd”. Die vader was zo blij dat zijn kind zijn fouten had ingezien en was teruggekomen dat hij hem niet eens aan het woord liet komen maar hem blij verwelkomde. Geen verwijt, geen straf, feest! Zijn broer begreep het niet, maar kreeg als antwoord hetzelfde als ook de druivenplukkers kregen toen ze protesteerden omdat ze allemaal hetzelfde loon kregen: “Ben je kwaad omdat ik goed ben?”

Ik denk dus dat je alleen vergeving kan ontvángen als je inziet vergeving nodig te hebben, maar dat het vergéven een daad is van liefde, waar zijn geen voorwaarden aan verbonden zijn. Voor Gods liefde is geen schuld zo groot dat die niet zou worden vergeven.

En wij? Kunnen wij dat? Toen Petrus Jezus hoorde praten over vergeven, vroeg hij: “Hoe vaak moet ik dan vergeven, zevenmaal?” En hij kreeg tot antwoord “Zeventig maal zevenmaal…” Daar zweeg Petrus beduusd op…

Eigenlijk is dit antwoord niet verbazingwekkend, de hele bijbel is een grote oproep om goed voor elkaar te zijn, omdat ook God goed voor ons is…

Gelukkig maar

 

 

Geen opmerkingen: